Dieren Die U Op Safari Ontmoet
Of u nu voor het eerst reist of een doorgewinterde avonturier bent, een safari in Tanzania is een van de spannendste manieren om contact te maken met de natuur. Van de uitgestrekte vlakten van de Serengeti tot de adembenemende Ngorongoro-krater, dit land herbergt een buitengewone variëteit aan wilde dieren. U krijgt de kans om duizenden dieren in hun natuurlijke leefomgeving te zien — van grazende kuddes gnoes en torenhoge giraffen tot sluwe roofdieren en de iconische Big Five. Op deze pagina’s belichten we enkele van de meest voorkomende diersoorten om tijdens uw safari-avontuur in Tanzania naar uit te kijken.
Overige Zoogdieren
Het diverse wildleven van Tanzania omvat diverse unieke zoogdieren, zoals het imposante nijlpaard, het kenmerkende wrattenzwijn en de behendige mangoeste. Deze dieren leven in verschillende omgevingen, van rivieroevers en savannes tot bossen en graslanden. Hun gevarieerde gedragingen behoren tot het rijke geheel van Tanzania’s natuurlijke wereld en bieden hierop een boeiend perspectief.
Nijlpaard
Kiboko
-
Leefgebied: Nijlpaarden leven nabij rivieren, meren en moerassen in Sub-Sahara Afrika, waaronder delen van Tanzania. Ze verkiezen gebieden met traag stromend water en veel vegetatie.
-
Kenmerken: Het nijlpaard is een groot, half-aquatisch zoogdier met een tonvormig lichaam, dikke huid en korte poten. Ondanks hun grootte kunnen ze verrassend snel rennen op het land. Nijlpaarden brengen het grootste deel van de dag onder water door om af te koelen.
-
Dieet: Nijlpaarden zijn planteneters, en eten vooral gras. Ze grazen ’s nachts op het land en kunnen tot 40 kg gras per nacht eten.
Wrattenzwijn
Ngiri
-
Leefgebied: Wrattenzwijnen komen vaak voor in savannes, graslanden en open bossen. In Tanzania worden ze vaak waargenomen in droge gebieden met spaarzame vegetatie, waar ze kunnen grazen en kunnen wroeten in de grond naar voedsel.
-
Kenmerken: Wrattenzwijnen hebben een kenmerkend uiterlijk met grote slagtanden, een platte snuit en een manenstreep over de rug. Ze staan bekend om hun gewoonte om op hun voorpoten te knielen tijdens het grazen. Ondanks hun wat woeste uiterlijk zijn het meestal schuwe dieren.
-
Dieet: Het zijn alleseters, die zich met name voeden met gras, wortels, bessen en soms kleine dieren of aas.
Mangoest
Nguchiro
-
Leefgebied: Mangoesten leven in diverse leefgebieden, waaronder savannes, graslanden en bossen. De dwergmangoeste wordt bijvoorbeeld vaak gezien in droge streken met schuilplaatsen, zoals termietenheuvels of rotsformaties.
-
Kenmerken: Mangoesten zijn kleine, behendige dieren met een lang lichaam en korte poten. Ze leven vaak in sociale groepen en staan bekend om hun moed tegenover giftige slangen.
-
Dieet: Het zijn zowel insecteneters, als vleeseters, en voeden zich met insecten, kleine zoogdieren, reptielen, eieren en vruchten.
Stokstaartje
Nguchiro
-
Leefgebied: Stokstaartjes leven in droge en halfdroge gebieden, vooral in Zuidelijk Afrika. Ze komen niet van nature voor in Tanzania, maar zijn hier ter vergelijking opgenomen. Ze geven de voorkeur aan open, droge streken met spaarzame vegetatie, zoals savannes en woestijnen.
-
Kenmerken: Stokstaartjes zijn kleine gravende dieren met een slank lichaam, spitse snuit en lange staart. Ze zijn zeer sociaal en leven in groepen die "mobs" of "bendes" worden genoemd. Ze staan bekend om hun rechtopstaande houding bij het uitkijken naar roofdieren.
-
Dieet: Ze eten met name insecten, maar ook kleine gewervelden, eieren en planten.
Afrikaans Stekelvarken
Nungunungu
-
Leefgebied: Afrikaanse stekelvarkens worden in Tanzania vaak gezien in uiteenlopende leefgebieden, zoals bossen, savannes en rotsachtige gebieden. Ze leven vaak in holen of spleten tussen rotsen.
-
Kenmerken: Het Afrikaanse stekelvarken is een groot, nachtactief knaagdier met een lichaam bedekt met lange, scherpe stekels. Deze stekels worden gebruikt ter verdediging tegen roofdieren. Het zijn solitaire dieren die meestal alleen samenkomen in het paarseizoen.
-
Dieet: Het zijn planteneters, en eten wortels, knollen, schors en vruchten. Daarnaast knagen ze soms op botten voor calcium.
Schubdier
kakakuona
-
Leefgebied: Schubdieren komen voor in bossen, savannes en graslanden, vaak in de buurt van termietenheuvels en mierennesten, omdat dit hun primaire voedselbron is. Ze zijn nachtactief en schuw, waardoor ze moeilijk te zien zijn.
-
Kenmerken: Schubdieren zijn unieke zoogdieren bedekt met grote, beschermende hoornschubben. Bij gevaar rollen ze zich op tot een strakke bal, waardoor roofdieren hen moeilijk kunnen verwonden. Ze zijn solitair en vooral ’s nachts actief.
-
Dieet: Het zijn insecteneters, voeden zich bijna uitsluitend met mieren en termieten. Met hun lange, kleverige tong halen ze insecten uit hun nesten.
Aardvarken
Muanga
-
Leefgebied: Aardvarkens komen voor in diverse leefgebieden, zoals savannes, graslanden en bossen. Ze geven de voorkeur aan zand- of kleigrond, wat het makkelijker maakt om te graven naar voedsel.
-
Kenmerken: Het aardvarken is een nachtdier met grote oren, sterke klauwen en een varkensachtige snuit. Het is een solitair dier dat veel tijd besteedt aan het graven op zoek naar voedsel.
-
Dieet: Het zijn insecteneters, die zich vooral met mieren en termieten voeden. Aardvarkens gebruiken hun sterke klauwen om termietenheuvels open te breken en hun lange, kleverige tong om hun prooi te vangen.
Honingdas
Nyegere
-
Leefgebied: De honingdas komt voor in savannes, graslanden en bossen verspreid over Tanzania. Ze zijn aanpasbaar en kunnen in verschillende omgevingen leven.
-
Kenmerken: Bekend om hun onbevreesde en taaie aard, heeft de honingdas een gedrongen lichaam, dikke huid en een witte streep van kop tot staartbasis. Het zijn solitaire dieren en staan bekend om hun felheid bij gevaar.
-
Dieet: Honingdassen zijn alleseters, met een breed dieet, waaronder kleine zoogdieren, vogels, reptielen, insecten, vruchten. Ze eten ook honing en plunderen hierbij bijenkorven, vandaar hun naam.
Rotsklipdas
Pimbi
-
Leefgebied: Rotsklipdassen komen vaak voor op rotsformaties, kliffen en berggebieden in Tanzania. Ze leven in grote kolonies en zonnen zich vaak op rotsrichels.
-
Kenmerken: Hoewel ze op knaagdieren lijken, zijn rots dassen nauwer verwant aan olifanten. Ze hebben korte oren, ronde lichamen en een korte staart. Het zijn sociale dieren die vaak samen in grote groepen rusten.
-
Dieet: De rotsklipdas is een planteneter, en eet gras, bladeren, vruchten en schors. Ze staan er ook om bekend korstmossen en mos op de rotsen te eten.
⚠️ Waarschuwing ⚠️
Als u zich ongemakkelijk voel of bang bent voor spinnen of insecten, weet dan dat de volgende inhoud beelden bevat van deze dieren, waaronder close-ups van spinnen, mieren en kevers.
Misschien wilt u voorzichtig doorscrollen of dit gedeelte overslaan als zulke beelden u onrustig maken.
Insecten
Het insectenleven in Tanzania is buitengewoon divers, met talloze soorten variërend van kleurrijke vlinders en ingewikkelde kevers tot zoemende bijen en ijverige mieren. Deze insecten gedijen in verschillende leefgebieden, waaronder bossen, graslanden en wetlands, en spelen een cruciale rol in bestuiving, afbraak en als voedselbron voor ander wildleven. Hun opmerkelijke aanpassingen en gedragingen dragen aanzienlijk bij aan het ecologische evenwicht en de biodiversiteit van de natuurlijke omgevingen in Tanzania.
Afrikaanse Monarchvlinder
Kipepeo
-
Leefgebied: De Afrikaanse Monarch gedijt in savannes, graslanden en open gebieden. Hij verkiest streken met veel zijdeplantsoorten (Asclepias-soorten), die essentieel zijn voor zijn levenscyclus.
-
Kenmerken: Hij heeft oranje vleugels met zwarte en witte patronen aan de randen. Zijn kleuren bootsen giftige vlinders na om vijanden af te schrikken.
-
Dieet: Ze voeden zich met nectar van allerlei bloemen, vooral die in open velden en tuinen, en met zijdeplanten, die giftige stoffen bevatten waardoor de rupsen en volwassen vlinders zelf ook giftig worden.
Groenband-Zwaardstaartvlinder
Kipepeo
-
Leefgebied: De Groenband-Zwaardstaartvlinder komt meestal voor in bosrijke streken, bij rivieren of in berggebieden, maar wordt ook aangetroffen in aangelegde tuinen.
-
Kenmerken: Hij heeft opvallende zwarte vleugels met glanzend groene banden die over beide vleugels lopen. Hij staat bekend om zijn sterke en snelle vlucht, en wordt vaak laag bij de grond of langs bosranden vliegend gezien. Deze vlinders zijn vaak solitair en worden soms zonnebaddend waargenomen.
-
Dieet: Groenband-Zwaartstaartvlinders voeden zich met planten uit de wijnruitfamilie, waaronder citrusplanten, die veel voorkomen in hun leefgebied. Zoals veel vlinders leven ze van nectar uit bloemen, waarbij ze vaak felgekleurde en geurige bloemen opzoeken.
Afrikaanse Honingbij
Nyuki
-
Leefgebied: De Afrikaanse honingbij past zich aan aan diverse omgevingen zoals landbouwgebieden, bossen en savannes. Ze bouwen hun nesten in boomholten, muren of kunstmatige korven.
-
Kenmerken: Kleine tot middelgrote bijen met een harig lichaam dat helpt bij het verzamelen van stuifmeel. Ze hebben een geel-zwart gestreept patroon.
-
Dieet: Voeden zich met nectar en stuifmeel van bloemen, die ze gebruiken om honing te maken en hun jongen te voeden.
Papierwesp
Nyigu
-
Leefgebied: Papierwespen komen vaak voor in stedelijke en landelijke gebieden in heel Tanzania. Ze bouwen hun nesten vaak onder dakranden, aan boomtakken of in struiken, en gebruiken plantaardige vezels om papieren nesten te maken.
-
Kenmerken: Papierwespen hebben slanke lichamen met een smalle taille en zijn meestal roodbruin of zwart met gele markeringen. Ze leven in kleine kolonies met een dominante koningin en een groep werksters. Ze zijn minder agressief dan andere soorten, maar verdedigen hun nesten wanneer bedreigd.
-
Dieet: Ze voeden zich met nectar uit bloemen en fruitsappen, waardoor ze bijdragen aan de bestuiving.
Mestkever
Sukuma Mavi
-
Leefgebied: Mestkevers komen veel voor in savannes, graslanden en bosgebieden in heel Tanzania. Ze gedijen in streken met veel grote herbivoren, zoals olifanten, buffels of vee, omdat ze voor voedsel afhankelijk zijn van mest.
-
Kenmerken: Mestkevers zijn meestal zwart of bruin en variëren in grootte van enkele millimeters tot wel 5 cm. Hun lichamen zijn rond en vaak glanzend. Ze staan bekend om het rollen van mestballen, die ze begraven om later van te eten of als nestmateriaal te gebruiken.
-
Dieet: Voeden zich met mest, voornamelijk die van herbivoren. Volwassen kevers gebruiken de mest als voedselbron en als plek om hun eieren te leggen, waarbij de larven zich voeden met de mest waarin ze zich ontwikkelen.
Rode Weefmier
Sisimizi
-
Leefgebied: Rode weefmieren leven vooral in bossen, plantages en tuinen. Ze bouwen hun nesten in bomen, waarbij ze bladeren samenvoegen met zijde die door hun larven wordt geproduceerd.
-
Kenmerken: Deze mieren zijn fel roodbruin en variëren van 8 tot 10 mm in lengte. Hun lichamen zijn slank met lange poten en kaken. Ze leven in grote, zeer sociaal kolonies onder leiding van een koningin. De kolonies kunnen uit honderdduizenden werkers bestaan.
-
Dieet: Voornamelijk roofzuchtig, ze voeden zich met andere insecten en kleine geleedpotigen, waardoor ze nuttig zijn bij de bestrijding van landbouwplagen.
Termieten
Mchwa
-
Leefgebied: Termieten komen wijdverspreid voor in Tanzania, in savannes, bossen, wouden en stedelijke gebieden. Vooral de vlaktes van de Serengeti zijn bedekt met een groot aantal torenhoge termietenheuvels.
-
Kenmerken: Termieten zijn kleine insecten met een wit of bleek lichaam, die leven in complexe sociale kolonies met werkers, soldaten en een koningin. Werkers variëren van 3 tot 15 mm, terwijl soldaten en voortplantingsvormen groter zijn. De koningin kan jaren leven en duizenden eitjes per dag leggen. Sommige soorten, zoals Macrotermes, staan bekend om hun torenhoge heuvels die dienen als temperatuurgereguleerde woonplaats van de kolonie.
-
Dieet: Ze voeden zich vooral met dood plantaardig materiaal, met name hout, bladeren en gras.
Zwarte Weduwe
Buibui Mweusi Mjane
-
Leefgebied: De Zwarte Weduwe wordt vaak aangetroffen op donkere, beschutte plekken zoals onder stenen, in houtstapels of verlaten gebouwen. Ze geeft de voorkeur aan droge, afgelegen omgevingen.
-
Kenmerken: Deze kleine tot middelgrote spin heeft een glanzend zwart lichaam en een kenmerkende rode zandlopervorm aan de onderzijde van het lijf. Zijn beet is sterk giftig en kan bij mensen hevige pijn, spierkrampen en misselijkheid veroorzaken.
-
Dieet: Ze voeden zich met insecten zoals vliegen, muggen, kevers en rupsen. Ze vangen hun prooi in het web, spuiten er gif in, en maken het binnenste vloeibaar voordat ze het opzuigen.
Baviaanspin
Buibui Nyani
-
Leefgebied: Baviaanspinnen komen meestal voor in droge savannes, graslanden en soms in bosgebieden. Ze leven in holen die ze in de grond graven, vaak op beschaduwde plaatsen.
-
Kenmerken: Baviaanspinnen zijn grote, harige vogelspinnen met donkerbruine tot roodachtige of grijzig gekleurde lichamen. Ze kunnen in pootspanwijdte tot wel 20 cm groeien. Hun naam danken ze aan hun dikke, harige poten die lijken op die van een baviaan.
-
Dieet: Ze spinnen geen web om prooien te vangen. In plaats daarvan besluipen ze hun prooi vanuit hun hol, en voeden zich met insecten, kleine zoogdieren, hagedissen en zelfs vogels. Ze wachten bij de ingang van hun hol en springen op voorbijgaande prooien.
Springspin
Buibui Mrukaji
-
Leefgebied: Springspinnen komen voor in uiteenlopende omgevingen zoals savannes, bossen, tuinen en stedelijke gebieden. Ze leven in boomschors, bladeren, gras of zelfs in menselijke woningen.
-
Kenmerken: Springspinnen zijn klein tot middelgroot, vaak felgekleurd of met patronen. Ze hebben vier grote ogen aan de voorkant, wat hen uitstekend zicht geeft. Ze kunnen slechts 3 mm tot wel 15 mm groot zijn.
-
Dieet: Springspinnen zijn actieve jagers die hun prooi besluipen en bespringen. Hun dieet bestaat vooral uit kleine insecten, zoals vliegen, mieren en andere spinnen.